“De Omgevingswet kan de smartphone van de wetgeving worden,” zo trapte de Utrechtse gedeputeerde Huib van Essen op 5 oktober de 12e Dag van de Omgevingswet af - de laatste Dag voordat de wet op 1 januari 2024 van kracht wordt. “Eén wet waarin 26 andere wetten geïntegreerd zijn. En net als bij de eerste smartphone zien we bepaalde voordelen misschien pas later.”
Wat de Omgevingswet, naast meer samenhang in het overheidsbeleid, precies gaat opleveren hangt volgens Van Essen af van wat we ermee gaan doen. “De wet is nog niet af en vraagt onderhoud, net als de eerste smartphones.”
De invoering van de wet is vaak uitgesteld: dat had te maken met het nieuwe digitale stelsel (DSO), waar veel verschillende systemen, overheden en partijen bij betrokken waren. “Dat DSO was een spannend en belangrijk onderdeel tot de inwerkingtreding,” zei Van Essen. “Het stelsel is zeker nog niet af en niet alles zal meteen perfect werken. We zullen nog fixes moeten vinden voor een goede dienstverlening. Dus moeten we de verwachtingen managen.”
Maar de belofte blijft voor Van Essen: meer samenhang, meer samenwerking, de samenleving centraal. “Dat moeten we voor ogen houden, ook als het even tegenzit.” Volgens Van Essen begint het eigenlijk nu pas. “Laat dit niet de laatste Dag van de Omgevingswet zijn. Blijf dit organiseren om van smartphone versie 1 naar versie 15 te komen!”
Dat de wet nog niet af is baart Anouk Schwegler , compliance manager bij zuivelgigant FrieslandCampina, wel zorgen. “Ik ben best wel bezorgd over de fase van uitvoering,” bekende ze de zaal. “Bij nieuwe wetgeving willen we vooral weten waar het ons raakt en hoe we ons goed kunnen voorbereiden. Daar begonnen we al drie jaar geleden mee. Maar door het herhaalde uitstel is die kennis wel wat weggezakt.”
En vragen leven er bij Schwegler genoeg. “Veel van onze 24 productielocaties gaan van provinciaal naar gemeentelijk bevoegd gezag. Wordt dat goed overgedragen? Wordt het inderdaad sneller en simpeler? En het DSO, wat betekent dat voor ons en onze continuïteit?” Decentrale regels vinden ze bij FrieslandCampina dan weer niet zo spannend. “We zijn al gewend aan verschillen tussen locaties. We zien juist wel voordeel in maatwerk en specifieke regels.”
Verder staan de zuivelaars er vooral praktisch in. “De wet komt eraan, de melkproductie gaat elke dag door. Als we de nieuwe vergunning hebben kunnen we verder. Maar we hebben elkaar wel nodig; laten we het samen doen. We willen uiteindelijk bijdragen aan een betere omgeving en het milieu. Laten we dat niet moeilijker maken dan het al is, en samenkomen voor een goeie set regels en afspraken.”
De omgeving en het milieu verbeteren, dat wil Jelle Hannema als bestuursvoorzitter van waterbedrijf Vitens ook graag. Maar dat staat steeds meer op gespannen voet met drinkwaterwinning, constateert hij. “We zien schaarste, we opereren aan de rand van onze vergunning. Op hoge zandgronden veroorzaken we droogteschade; de impact van waterwinning neemt steeds meer toe. Ook stoffen als PFAS en nitraten vinden wij in onze bronnen. Dat moeten we zeer serieus nemen.”
Voor Vitens is de bodem ‘filter 0’, zei Hannema: de eerste stap voor natuurlijk drinkwater. “Dus ruimtelijk moet je daarin voorzien door te zorgen dat je milieubeschermingsniveaus op orde zijn. Dat is een enorm belangrijke taak voor de Omgevingswet, en een prachtige taak voor de mensen die ermee aan de slag mogen gaan.”
De onderwerpen stapelen zich volgens Hannema op, en daarbij komt nog de watercrisis, dus is zijn oproep: benut de Omgevingswet om met heldere programma’s te komen om verschillende functies naast elkaar te realiseren. De planvorming op dat punt gaat volgens hem te langzaam. “Wij hebben 100 productiebedrijven en die zijn overal hetzelfde, dus hebben we eenduidigheid nodig. Graag wat samenhang en standaardisatie.”
Hannema ziet kansen als het gaat om integraliteit, en om een andere manier met elkaar om de tafel gaan. “Wellicht kan de Omgevingswet helpen om het grond- en oppervlaktewater schoner te krijgen. Niet alleen voor het drinkwater, maar ook voor de natuur, de landbouw en andere functies.”
Intussen bereiden de Vitens-mensen zich volop voor, met o.a. trainingen en oefeningen. Zo maken ze bijvoorbeeld een staalkaart voor het omgevingsplan. “Ik hoop dat de Omgevingswet gaat helpen om elke drup duurzaam te maken, om de transitie te maken. De grote veranderopgave, daar ligt de extra uitdaging. Wij gaan graag de dialoog aan.”
Ook Marjolein Jansen , DG voor RO bij het ministerie van BZK, ziet in de ruimtelijke ordening spanning optreden: kunnen bijvoorbeeld leefbaarheid en maakindustrie nog wel samengaan? Voor haar horen alle afwegingen op de ‘Omgevingstafel’: wat wil ik waar? “Dat geeft burgers ook richting met de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Kan dit daar wel? Voer dat gesprek!”
Jansen stelde met tevredenheid vast dat nu echt iedereen met de Omgevingswet aan de slag gaat - nu duidelijk is dat de wet écht op 1 januari 2024 ingaat. En dat zal volgens haar echt niet in alle opzichten meteen perfect gaan. “We zullen een dip in de dienstverlening zien aan het begin. Vergelijk het met een opleiding doen: je loopt stage, je doet examen en begint aan je eerste baan. En al gauw zeg je: dáár heeft mijn opleiding me niet voor opgeleid!” Je weet dan wat je niet weet, als beginnend beroepsbeoefenaar. En zo gaat het ook begin 2024, verwacht Jansen. “Maar we helpen u met allerlei klikdemo’s en andere middelen. We gaan door met ondersteunen.”
Verder noemt Jansen de mentoren. “Heb je een goed idee, maak het dan bekend en leer van elkaar. Fouten maken mag, zeg ik altijd, maar niet 2x dezelfde. Leer ervan!” Uiteindelijk wordt het beter, belooft Jansen. "Ik hoor vaak dat het DSO ingewikkeld is maar het is de inhoud die niet eenvoudig is. Via het DSO wordt de veelheid aan regels die van toepassing zijn, zichtbaar. En ja, dat is best ingewikkeld." Ook dankzij de ‘bruidsschat’, landelijke regels die lokaal passend kunnen worden gemaakt. Terwijl werkprocessen juist zoveel mogelijk worden gestandaardiseerd, zoals het proces voor het kappen van een boom.
Aan een betere techniek om het werken te ondersteunen, wordt ook nog keihard gewerkt. “We hebben nu een auto die veilig de weg op kan en waarin we kunnen rijden, maar je moet nog wel je hand uitsteken als je links- of rechtsaf wilt. Omdat we wachten tot alles perfect is.” Of het dan verantwoord om de wet nu in werking te stellen? Ja, want wéér onzekerheid zou volgens haar funest zijn. “Op 14 maart is duidelijkheid gegeven en die had de uitvoering nodig. Er is veel animo voor de ‘Schakeldag’ op 30 oktober. We zijn klaar voor het examen en voor die eerste baan.”
Inmiddels is ook een publiekscampagne van start gegaan en is het MKB aan het oefenen. En vergeet niet: voor veel bedrijven verandert er niks,” zegt Jansen. “Ondernemers vertellen me ook: ik krijg nu veel eerder te horen of iets wel of niet kan, er wordt eerder in het proces een integrale afweging gemaakt. Dus de procedure versnelt wel, maar de inhoud verandert niet. Zorg dat je alles op tafel hebt, dat je weet wat je wilt hebben, en hoe de informatie moet worden aangeleverd. Dan ga je goed het digitale traject in.”
Na het plenaire programma gingen de deelnemers uiteen om in drie rondes met steeds tien deelsessies op een grote diversiteit aan onderwerpen de verdieping te zoeken. “Een geslaagde dag, met veel ruimte voor ontmoeting en gesprekken vanuit een positief kritische houding door de deelnemers,” concludeerden dagvoorzitters Martha Bleeker en Jos Dolstra bij hun afsluitende woorden tijdens de borrel aan het einde van de dag.
Meer informatie, niet voor publicatie:
Contactpersoon: Jos Dolstra, tel 06 23851989 of per mail: artslod.[antispam].@arenaconsulting.nl.
HR-foto's zijn te hier te downloaden. Fotograaf is Michiel Wijnbergh
In de media:
6-10-2023 | stadszaken.nl | Kansen en zorgen bij het aftellen naar de Omgevingswet
https://stadszaken.nl/artikel/5327/kansen-en-zorgen-bij-het-aftellen-naar-de-omgevingswet