VVM logo nieuw 150x150

netwerk van milieuprofessionals

 
Bezoek ons op: 

VVM logo nieuw 150x150

netwerk van milieuprofessionals

Bezoek ons op: 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sprekers

Nationale Milieudag 2018: Wetenschap versus emotie

Dr. ir. Sonja van der Arend

Zelfstandig schrijver, onderzoeker en facilitator, SenF – serious fiction

Beleidsromantiek: waar is de liefde tussen milieuprofessionals, overheden en burgers?

Milieubeleid speelt zich af in de driehoeksverhouding tussen bestuurders, experts en allerlei soorten belanghebbenden. In deze ingewikkelde relatie kan het behoorlijk knallen. Burgers wantrouwen de professionals, experts weten het beter, en de overheid krijgt meestal de schuld. Als er weer eens ruzie is, zoekt men de oplossing vaak in meer onderzoek en overleg, maar dat blijkt vaak een recept voor nog meer strijd. Maar is het echt zo dat ambtenaren en experts de wijsheid in pacht hebben en burgers en politici zich laten leiden door emoties? Hoe rationeel kan het milieubeleid zijn? En is er een relatietherapie die hier wel kan helpen?

Sonja van der Arend (1967) studeerde Milieuhygiëne aan de Landbouwuniversiteit en deed vervolgens onderzoek naar milieubeleid aan de universiteiten van Wageningen, Utrecht en Delft. Sinds 2016 werkt ze zelfstandig onder de titel SenF – serious fiction. Ze schreef de beleidsromans Een otter in Brussel, De nevengeul van Kampvoort en Beter dan nul. Ze zint op andere serieuze toepassingen van fictie op het gebied van facilitatie en onderzoek.

Sonja van der Arend schrijft romans over milieubeleid. In deze lezing vertelt ze waarom en hoe ze dat doet en wat de verbeelding ons kan leren over de tegenstellingen tussen wetenschap en emoties en tussen burgers, overheden en experts.

Links: 

Social Media: 

Loek Stokx Arts n.p. MPA

Chief strategist, RIVM, ook betrokken bij de gesprekken met bezorgde burgers over rubbergranulaat

Meningen en emoties zijn ook feiten

Meningen en emoties zijn ook feiten. De wetenschap en burgers hebben elkaar veel te bieden. Bij onrust in het land wordt regelmatig een beroep gedaan op de kennis van het RIVM. Dit gebeurt steeds meer. Emotionele onderwerpen werken de laatste jaren behoorlijk agenderend voor het onderzoek. Maar vaak zit er in emoties een kern van waarheid waar onderzoekers hun voordeel mee kunnen doen. We zien dat de grenzen tussen wetenschap en maatschappij vervagen, er zijn meer controverses en onzekerheden en het vertrouwen in de wetenschap neemt af. Daarom moet de wetenschap op zoek naar een antwoord dat rekening houdt met complexiteit, context en beweegredenen van belanghebbenden: ‘sociaal robuuste kennis’. Opinies die in het maatschappelijk debat komen bovendrijven, vragen soms om een andere oriëntatie van het onderzoek. Dat heeft beslist meerwaarde. Aan de hand van de ervaringen van het RIVM rond o.a. rubbergranulaat laat ik zien hoe onderzoek naar meningen en emoties en het betrekken van belanghebbenden het wetenschappelijk onderzoek kan versterken.

Loek Stokx is Chief Strategist bij het RIVM. Hij heeft geneeskunde en bestuurskunde gestudeerd. Na een functie bij het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) heeft hij in diverse functies bij het RIVM en het ministerie van VWS gewerkt. Rode draad in zijn werkzame leven is ‘grenzenwerk’: het met elkaar laten werken van gescheiden werelden. Dat kan gaan over het koppelen van verschillende disciplines binnen de wetenschap, het faciliteren van de relatie tussen wetenschap en beleid en over de relatie tussen wetenschap en samenleving.

Links: 

Social Media: 

Dr. Michiel van Oudheusden

Wetenschappelijk medewerker, KU Leuven; Belgisch Studiecentrum Kernenergie SCK•CEN 

De waarheid voorbij? Wetenschap en emotie in een tijd van post-truth

Geregeld lezen we dat we in een ‘post-truth’ tijd leven, waarin wetenschappelijke kennis wordt ontkend en nepnieuws viraal gaat op Facebook en Twitter. Volgens het Amerikaanse tijdschrift National Geographic woedt er zelfs een ‘war on science’ waarbij populisten en praatjesmakers niet de waarheid opzoeken maar de publiciteit en de sentimentaliteit. Is post-truth echt een bedreiging voor de wetenschap? En moeten wetenschappers resoluut kiezen voor de rede in plaats van de emotie? In deze lezing ga ik dieper in op de plaats van emoties in onze cultuur en in wetenschappelijke kennisverwerving, alsook de toenemende popularisering van wetenschap en technologie. Daar liggen kansen voor wetenschappers om constructief met post-truth om te gaan.

Michiel van Oudheusden werkt op het snijvlak van wetenschap, innovatie en maatschappij. Als socioloog verbonden aan het Belgisch Studiecentrum Kernergie SCK•CEN probeert hij beleidsmakers en wetenschappers, maar ook het maatschappelijk middenveld en het grote publiek, aan te sporen tot verantwoord onderzoek en innovatie op het gebied van kernwetenschappen en stralingsbescherming. Hij doet vergelijkend onderzoek naar burgerwetenschap in Europa en Japan met bijzondere aandacht voor de manieren waarop instellingen op burgerinitiatieven reageren. Hij is medeoprichter van het Belgian Science and Technology in Society netwerk (BSTS) en een geassocieerd onderzoeker aan de KU Leuven en de Universiteit van Luik.

Links: 

Social Media: 

Prof. dr. Sarah Durston

Hoogleraar Ontwikkelingsstoornissen van de Hersenen, UMC Utrecht en hoofd, NICHE-lab

Het veranderende wetenschappelijke paradigma

Er is een omslag gaande in de manier waarop we over wetenschap nadenken. Ons huidige wetenschappelijke paradigma stamt van de ideeën van Descartes en Newton en is 350 jaar oud. Het is ontzettend krachtig geweest en ligt aan de basis van de verlichting, onze moderne technologie en Westerse welvaart. Maar het is zo ingesleten in ons dagelijkse leven dat we zijn vergeten dat het een paradigma is, en geen feit: het is een manier van nadenken over de werkelijkheid. Binnen verschillende vakgebieden blijkt dit paradigma nu tegen zijn grenzen op te lopen en staan wetenschappers op om te vragen om een nieuwe aanvullende manier van kijken. Dit gebeurt in de milieukunde, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in mijn vakgebied, de neurowetenschappen en psychiatrie. In deze presentatie zal ik ingaan op de grenzen waar ik binnen mijn vakgebied tegenaan loop, zoals het ontbreken van een sluitende verklaring voor bewustzijn; op wat dit betekent voor mijn vakgebied; en op waar de parallellen liggen met de milieukunde.

Prof.dr. Sarah Durston is hoogleraar Ontwikkelingsstoornissen van de Hersenen aan het UMC Utrecht Hersencentrum en hoofd van het NICHE-lab aldaar, www.niche-lab.nl. Voor haar biologisch georienteerde onderzoek naar ADHD ontving ze achtereenvolgens de VENI, VIDI en VICI-subsidie van NWO en ze is alumna van De Jonge Akademie. In 2016/2017 was ze als Golestan fellow verbonden aan het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS), waar ze als onderdeel van haar sabbatical het boek ‘The Universe, Life and Everything’ schreef over de manier waarop het wereldbeeld achter wetenschap aan het veranderen is.

Links: 

Social Media: 

Prof. dr. Hedwig te Molder

Hoogleraar Communicatie over Wetenschap en Technologie, Wageningen Universiteit

Emoties doen ertoe!

Wetenschap en emotie vullen elkaar aan, vindt prof.dr. Hedwig te Molder, hoogleraar Communicatie over Wetenschap en Technologie aan Wageningen Universiteit. “Vaak wordt verondersteld dat wetenschap staat voor rationaliteit en emotie voor irrationaliteit, als iets dat afbreuk doet aan de feiten.” Mensen worden volgens de hoogleraar vooral emotioneel omdat de waarden die erachter schuilgaan niet gezien worden. Zij kijkt hier niet van op. “Tijdens onze opvoeding en schoolcarrière wordt ons voorgehouden niet zomaar iets aan te nemen. Je moet kritisch zijn, zelf op onderzoek uitgaan. Maar als men de daad bij het woord voegt, zegt de wetenschap: vertrouw maar op ons. Met die opstelling sluit je mensen buiten.”

Social Media: 

Prof. dr. Frans W.A. Brom

Secretaris-directeur van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid - Ministerie van Algemene Zaken (sinds 2015) en hoogleraar Normatieve aspecten van wetenschappelijke beleidsadvisering bij het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht (sinds 2017)

Professional tussen ratio en emotie

De tegenstelling ‘ratio versus emotie’ wordt voor professionals een concreet in maatschappelijke discussies over hun expertise. In deze discussies ervaren zij dat hun expert oordeel terzijde geschoven wordt door maatschappelijke emoties. Deze ervaring hebben zij bijvoorbeeld bij maatschappelijke tegenstand tegen nieuwe innovaties waarvan wetenschappelijke analyses lijkt te zeggen dat de dat risico’s klein of zelfs verwaarloosbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn de maatschappelijke discussies over de biotechnologie, over UMTS-straling of over de opslag van CO2. Maar zij ervaren die tegenstelling bij maatschappelijke oppositie tegen verregaande maatregelen om klimaatverandering af te remmen of te voorkomen. Ook deze oppositie duiden zij vaak als ‘emotioneel’. Tegen de achtergrond van die tegenstelling ervaren zij onze samenleving als een post-truth samenleving waarin fact-free policy overheerst. Vaak reageren professionals door het belang van de wetenschap te benadrukken en om meer wetenschap en meer feiten naar voren te brengen. Dit werkt zelden overtuigend.

Is ‘ratio versus emotie’ wel het goede analyse-schema om deze maatschappelijke discussies te duiden? Biedt dit schema professionals wel adequate handelingsperspectieven? Ik meen van niet. Ik zal verdedigen dat het schema ‘ratio versus emotie’ onze blik versmalt. Het maakt de normatief-ethische en bredere context aspecten onzichtbaar; het bevordert het maatschappelijk gesprek niet. Ik zal verdedigen dat explicietere aandacht voor de normatieve aspecten van wetenschap, beleid en maatschappelijke opvattingen nodig is. Ik wil tonen dat zowel de overwegingen die als ‘ratio’ als die als ‘emotie’ geduid worden, verschillende feitelijke, normatieve en emotieve lagen kennen. Aandacht aan die lagen en erkenning dat die lagen verschillend gezien en ervaren worden, kan professionals helpen in hun werk.

Prof. Frans W.A. Brom is sinds 2015 secretaris-directeur van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en sinds 2017 Hoogleraar Normatieve aspecten van wetenschappelijke beleidsadvisering bij het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht. Bij de WRR is hij verantwoordelijk voor de wetenschappelijke ondersteuning van de raad en voor de beleidsinhoudelijke, strategische en maatschappelijke aspecten van de adviestrajecten. Wetenschappelijke kwaliteit en de relatie tussen wetenschappelijk inzicht en bestuurlijke bruikbaarheid hebben daarbij speciale aandacht. In zijn leerstoel streeft hij expliciet interactie na tussen het academisch onderzoek en de reflectieve adviespraktijk van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Voordat hij bij de WRR werkte was hij hoofd Technology Assessment van het Rathenau Instituut in Den Haag (2007-2015) en hoogleraar Ethiek van Technology Assessment aan de Universiteit Utrecht (2010-2015). Hij  werkte eerder als ethicus aan de universiteiten van Utrecht, Tilburg en Wageningen. Hij promoveerde in 1997 in de Ethiek aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift Onherstelbaar verbeterd. Biotechnologie bij dieren als een moreel probleem (Van Gorcum: Assen).  

Frans was onder meer Voorzitter van de sub-Commissie Ethiek en Maatschappelijke vragen van de Commissie Genetische Modificatie (2007-2015), Voorzitter van de Central Research Ethics Advisory Group, Unilever (2009-2015) en Voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit, Wageningen University & Researchcenter (2013-2015).

In zijn onderzoek richt hij zich op de ethiek van wetenschap en beleid in wetenschappelijke beleidsadvisering:

  • De relatie en interacties tussen de verschillende manieren van denken en argumenteren (verschillende rationaliteiten) van wetenschap, beleid en politiek. Hoe raken die elkaar in strategische wetenschappelijke beleidsadvisering?
  • De vormgeving van die interacties in een pluralistische democratie, met name de politiek-filosofische aspecten van institutionalisering van wetenschappelijke beleidsadvisering.
  • De rol van de wetenschappelijke-beleidsadviseur als professional.

Links: 

Social Media: 

Prof. ir. N.D. (Klaas) van Egmond

klaas-van-egmond-4x4Emeritus hoogleraar Milieukunde en Duurzaamheid, Universiteit Utrecht

Wetenschap, Emotie en Wereldbeeld

Ons beeld van de werkelijkheid bestaat uit zowel subjectieve, deels ook emotionele,  als objectieve elementen. Wetenschap is niet de enige, maar wel een zeer belangrijke bron van kennis. Om die kennis goed te gebruiken, moeten we uiteindelijk voldoende inzicht hebben in de menselijke natuur en de daaruit af te leiden opvattingen over goed en kwaad.  

De vraag hoe we de wereld in werkelijkheid en naar waarheid kunnen kennen, is van alle tijden. De daaraan voorafgaande vraag is of er wel  een absolute, objectieve waarheid bestaat. De menselijke waarneming is uiteindelijk altijd subjectief. Wetenschap is een mooie methode om vanuit die subjectieve waarnemingen op een nette en traceerbare manier de objectieve werkelijkheid zo dicht mogelijk te benaderen. Maar sommige subjectieve waarnemingen, zoals de menselijke intuïtie, zijn minder makkelijk waarneembaar. Dat maakt ze moeilijker te generaliseren naar objectieve waarheden, hoe werkelijk ze ook zijn voor de subjectieve waarnemer. In de loop van de geschiedenis blijkt de ene keer het objectieve, een andere keer het subjectieve te overwegen, afhankelijk van het heersende wereldbeeld. Zo heeft heel lang het beeld bestaan dat er één universele waarheid is. Aanvankelijk was dat de ‘waarheid van de kerk’ en later, na de Verlichting was het de ‘waarheid van de wetenschap’. Nu we aan het eind van de vorige eeuw in het Postmodernisme terecht zijn gekomen, bestaat die ene universele waarheid niet meer. Alles wordt als een construct gezien, wat natuurlijk ook de ruimte biedt voor ‘alternatieve feiten’: ‘wetenschap is ook maar een mening’.  Evenmin als de kerk kan de wetenschap zich dus niet meer aanmatigen ‘de waarheid’ in pacht te hebben. 

Prof. ir. N.D. (Klaas) van Egmond is als (emeritus) hoogleraar Milieukunde en Duurzaamheid nog enkele dagen per week verbonden aan de Universiteit Utrecht, waar hij eerder deeltijd- en voltijd-hoogleraar was. Voordien was hij directeur Milieu van het RIVM en directeur van het Milieu- en Natuurplanbureau (thans PBL). Hij heeft zijn aanvankelijke natuurwetenschappelijke benadering van de milieu- en duurzaamheidsproblematiek steeds verder uitgebreid naar de sociaal-culturele en (als mede- initiatiefnemer van het Sustainable Finance Lab) de financieel-economische aspecten. Voor publicaties over die onderwerpen en voor meer informatie; zie www.klaasvanegmond.nl

Links: 

Social Media: 

Dagvoorzitter

Vera Dalm

Directeur bij Milieu Centraal en voorzitter bij VVM

Vera Dalm (1964) is sinds 2009 directeur van Milieu Centraal. Deze onafhankelijke voorlichtingsorganisatie biedt consumenten praktische informatie over milieu en energie in het dagelijkse leven; van afval tot zonnepanelen. Milieu Centraal werkt samen met onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties, bedrijven, overheid en media. Daarnaast is zij sinds 2010 voorzitter van VVM - netwerk van milieuprofessionals.

Tijdens haar studie milieukunde specialiseerde zij zich in communicatie en milieurecht. Later deed zij de master 'Strategisch management publieke organisaties' aan de Universiteit van Utrecht. Na haar studie werkte Vera bij de Provincie Noord-Holland op het gebied van afvalstoffen. Daarna bij diverse adviesbureaus en milieu- en ontwikkelingsorganisaties, zoals CEA, Milieucentrum Amsterdam, Stichting Natuur en Milieu, Milieudefensie en Artsen zonder Grenzen. Zij was gemeenteraadslid in Amsterdam en had en heeft diverse toezichtfuncties.

Links: 

 Social Media: